1. API Basics

Layered Application Tiers

In software engineering worden applicaties logisch opgesplitst in verschillende “tiers”. Een typische 3-Tier webapplicatie bestaat uit 3 lagen: de laag die de gebruiker te zien krijgt—de UI, bestaande uit HTML en CSS, de backend—een server waar de requests naartoe worden gestuurd en die de aanvragen verwerkt, en een data laag die onze database voorstelt. Onderstaand schema vat dit samen (via Trevor N. Mudge):

In de praktijk variëert deze tier benadering van project tot project.

Tot nu toe in dit vak hebben we ons toegelegd op Tier 3: de data laag. Zonder frontend applicatie laag kan een gebruiker echter niet interageren met deze database; er it dus minstens één extra tier nodig.

Om ons in het vak databases te kunnen focusen op de data en de integratie van de data met de software gaan wij ons toeleggen op Tier 2 + 3. Het webgedeelte valt weg en om een UI te maken herbruiken we de opgebouwde JavaFX kennis van het eerstejaarsvak Software Ontwerp in Java (INF1). We gaan dus terug Java applicaties maken en die verbinden met onze database schema’s. Een simpele 2-tier applicatie is ook wel een client-server applicatie genoemd. In ons geval is de server de database, die in principe op een andere machine kan gedeployed worden. Voor de oefeningen vereenvoudigen we dit systeem door gebruik te maken van een embedded database die in het lokaal geheugen kan draaien.

We teren dus op de volgende kennis:

• Het opstellen van Gradle projecten in Java (SES);
• JavaFX UIs bouwen (INF1);
• Databases ontwerpen en koppelen (Databases).

Gradle dependency of Git source control problemen? Grijp terug naar de cursus van SES.