De ALU gaat dus een arithmetische of logische instructie uitvoeren. Ongeacht de operatie die de ALU moet uitvoeren, zijn er altijd twee ingangen. De operatie die uitgevoerd moet worden, wordt aangeduid aan de hand van 3 bits: ALUop. De ALU heeft dus, naast twee 32-bit ingangen voor de operanden, ook één 3-bit ingang. Tenslotte zijn er nog 2 ingangen die aanduiden of de ALU logisch of arithmetisch moet werken; en of de ALU signed of unsigned moet werken.
De ALU zal de bewerking uitvoeren die er gevraagd wordt. Naast het resultaat, geeft de ALU ook nog extra informatie. De extraatjes zijn:
Deze extra informatie worden vlaggen (flags) genoemd. Een andere vaak gebruikte naam hiervoor zijn status codes.